400 gramschoongewasse bildstar-aardappels 

20 gram gehakte wintertruffel

boter

1/4 deciliter slagroom (2 kleine eetlepels)

20 milliliter jus de truffe

100 gram katenspek

ongeveer 300 gram coquilles Saint-Jacques

200 gram wilde spinazie

12 plakjes wintertruffel

zout en peper

Kook de aardappels in wat kokend water met zout gaar. Maak er een zachte puree van met een klontje boter, de room en de gehakte wintertruffel. Doe de puree in een spuitzak met een kleine gladde mond en spuit de puree in een ringvorm met een doorsnee van 6 centimeter . Haal de ring weg en bekleed de puree met katenspek

Gebruik alleen het witte deel van de coquilles en snijd daarvan in totaal 20 dunne plakjes. Leg op elk taartje dakpansgewijs 5 plakjes coquille en strijk daar gesmolten boter over. Bak het taartje ongeveer 5 minuten in een oven op 200 graden Celsius. Kook voor de saus de room samen met de visfond in en voeg op het laatst de jus de truffe en zout en peper naar smaak toe. Klop de saus vlak voor serveren schuimig met een staafmixer. Stoof de spinazie in een klontje roomboter, doe er zout en peper bij en druk het vocht in een zeef uit de groente.

Zet een taartje midden op elk bord, schep er 3 kleine bergjes spinazie omheen en leg een plak truffel op de spinazie. Schep wat saus naast het taartje. Garneren met een takje kervel.